Lees alles over mijn jeugd, achtergrond en belangrijkste resultaten. Dit ben ik.
Ik was 6 jaar toen ik voor het eerst tegen een golfbal sloeg. Mijn oom Wim nam me toen mee naar de drivingrange van Golf Centrum Rotterdam. Ik vond het meteen gaaf om die balletjes zo ver mogelijk weg te meppen...
Ik pik alle sporten snel op. Ik heb als kind veel sporten gedaan en gevoetbald bij Soccer Boys in mijn geboorteplaats Bleiswijk. Uiteindelijk heb ik voor golf gekozen. In golf ben je niet afhankelijk van anderen en als je een fout maakt kun je niemand anders de schuld geven. Dat spreekt me aan.
'Toen ik eind 2006 tijdens een persconferentie bekend maakte dat ik professional ging worden, vroegen journalisten wat mijn doel was. ‘Ik wil nummer 1 van de wereld worden’, antwoordde ik.'
Ik ben de jongste van vier broers. Als kind moest ik opboksen tegen Dennis, Sander en Nico. Dat heeft me ongetwijfeld gevormd. We trokken veel met elkaar op. Ik wilde met spelletjes en sport altijd winnen. Als je drie oudere broers wilt verslaan, moet je tot het uiterste gaan. Die instelling heb ik als topsporter ook, tot het uiterste gaan om te winnen en de top te halen.
Mensen reageren altijd verbaasd als ze horen dat ik aan skispringen heb gedaan. Ieder jaar ging ik met mijn ouders en mijn broers op wintersport. Toen de skibond op een skihelling bij ons in de buurt een kennismaking met skispringen organiseerde, werd ik geselecteerd. De coaches dachten dat ik talent had. Ik ging veel weekenden naar Duitsland om daar te trainen. Ik ben niet snel bang, vond het kicken om van die schans af te gaan. Ik ben tot de zestigmeterschans gekomen, toen ging het mis. Bij een sprong kwam ik verkeerd neer en ik brak mijn ellenboog en neus. Het had nog heel wat slechter kunnen aflopen. Ik snapte dus wel dat ik van mijn vader moest stoppen. Tien jaar was ik toen. Ik zou ook nu nog van de schans durven, maar ik denk niet dat het slim is om dat nog een keer te doen...
Ik heb mijn havodiploma gehaald maar voor school miste ik de interesse en discipline die ik voor golf wel heb. Toen mijn vrienden en mijn broers vroeger naar de kroeg gingen, bleef ik meestal thuis. Voor veel jonge sporters is de verleiding om uit te gaan heel groot, maar ik had daar geen last van. Ik wilde de volgende dag presteren op de golfbaan. Ik wist al vrij snel wat ik moest doen én wat ik moest laten om de top te halen.
Profgolfer worden? Spelen op de European Tour? Toen ik een jaar of 16, 17 was kreeg ik voor het eerst het gevoel dat het mogelijk zou zijn. Ik won het Spaans Amateur en het Duits Amateur en speelde tegen jongens als Martin Kaymer en Rory McIlroy. Als je merkt dat je met de grootste talenten mee kunt, dan komt vanzelf het geloof dat je goed genoeg bent om pro te worden en succesvol te zijn.
Een van mijn mooiste herinneringen in golf is de wereldtitel in 2006 met het Nederlands amateurteam. In Zuid-Afrika bleven we grote golflanden als Amerika en Engeland voor. Niemand verwachtte dat Nederland wereldkampioen zou worden, maar we flikten het toch. In de laatste ronde eindigde ik met birdie-eagle-birdie-birdie-birdie. Als golfer onderdeel zijn van een team is heel speciaal, het brengt iets extra’s in mij boven. Ik hoop ook heel snel deel uit te kunnen maken van een winnend Europees Ryder Cup team...
Mijn ouders hebben veel voor mij gedaan. Vroeger reden ze me naar alle golftoernooien. Ze waren er overal en altijd bij en hebben me ook gesteund op momenten dat het minder ging. Mijn ouders zijn trots op me, maar ze houden me ook met beide benen op de grond. Nuchter blijven als het goed gaat, dat heb ik absoluut van mijn vader en moeder. Ze genieten wel heel erg van mijn successen, dat vind ik mooi om te zien. En natuurlijk komen ze regelmatig kijken bij de toernooien.
Toen ik eind 2006 tijdens een persconferentie bekendmaakte dat ik professional ging worden, vroegen journalisten wat mijn doel was. ‘Ik wil nummer 1 van de wereld worden’, antwoordde ik. Veel mensen vonden dat een arrogante uitspraak; wie denkt die Luiten wel dat hij is?!. Ik snap zo’n reactie niet. Ik zou het juist heel raar vinden als ik zou zeggen: mijn doel is de top-50 van de wereld halen. Iedere topsporter wil toch eerste worden? Ik zeg niet dát ik de beste golfer van de wereld ga worden, maar ik ga er wel alles aan doen om ooit die eerste plaats te bereiken.
In 2008 en 2009 had ik een slepende polsblessure. Toen de pijn steeds weer terugkeerde en de artsen niet met een oplossing kwamen, werd ik wel een beetje wanhopig. Mijn droom om topgolfer te worden leek voorbij voor ik goed en wel aan mijn loopbaan was begonnen. Dat was een moeilijke periode. Gelukkig is alles goed gekomen. Dokter Richard Koch heeft mijn pols geopereerd en in 2010 speelde ik fulltime op de European Tour. Door die blessure realiseer ik me nu nog meer hoe bevoorrecht je bent als je van golf spelen je beroep kunt maken.
Ik heb zes toernooien gewonnen: Iskandar Johor Open 2011, Lyoness Open 2013, KLM Open 2013, het ISP Handa Wales Open 2014, nog een keer het KLM Open in 2016 en het NBO Oman Open in 2018. Dat is het mooiste wat er is. Winnen werkt verslavend, er kan niets op tegen dat heerlijke gevoel. In golf win je helaas niet zo vaak, dus als het zover komt, vier ik dat uitgebreid met mijn familie, vrienden en coaches. Op die momenten ga ik helemaal los. Die houten kop de volgende ochtend heb ik er graag voor over!
Ik denk dat ik een goede verstandhouding heb met de pers. Ik probeer altijd mezelf te zijn, openhartig antwoord te geven. Ik kan ook goed tegen kritiek. Als ik slecht speel, heb ik er totaal geen moeite mee als journalisten dat schrijven. Hoe beter je presteert, hoe meer aandacht je krijgt van de media. Het hoort erbij en ik ga er professioneel mee om. Maar Ik ben golfer geworden omdat ik van de sport hou, niet om in de schijnwerpers te staan.
In april 2014 heb ik mijn debuut gemaakt in de Masters op Augusta National. Het was nog mooier dan ik vooraf had gedacht. De golfbaan, de tradities, alles is perfect. De Masters is mijn favoriete toernooi. Ik hoop er nog heel vaak te spelen en natuurlijk hoop ik ooit zo’n prachtig groen jasje aangereikt te krijgen.
Als de druk hoog is, speel ik meestal mijn beste golf. Niet dat ik immuun ben voor de spanning, integendeel. Toen ik in het KLM Open 2013 de korte putt voor de overwinning kreeg, voelde ik mijn handen trillen. Op dat soort momenten moet je niet schrikken. Het is normaal dat je nerveus bent in zo’n situatie. Ik bekeek de lijn van mijn putt en zei tegen mezelf: Kom op Joost, deze putt heb je al een miljoen keer gemaakt, stop die bal gewoon in de hole. Die gedachte hielp me om rustig te worden en een droom waar maken, het winnen van mijn eigen Open.
Ik woon in Rotterdam en Feyenoord is mijn club, dat is altijd zo geweest. Als ik in Nederland ben en ze spelen thuis, dan zit ik in het stadion. Ik ben ook ambassadeur geweest van Feyenoord. In 2012 ging ik voor een afspraak naar het stadion. Tot mijn verrassing mocht ik meetrainen met de selectie onder leiding van trainer Ronald Koeman. Een mooie ervaring en het voetballen ging me niet slecht af, maar ik geloof dat de keuze voor golf toch wel verstandig is geweest!
Iedere overwinning is bijzonder, maar de zege in het KLM Open 2013 steekt er natuurlijk boven uit. Winnen in eigen land, met mijn familie en vrienden op de tribune, dat is heel speciaal. De steun van het thuispubliek zorgt ervoor dat je als Nederlandse golfer boven jezelf kunt uitstijgen. Iedere golfer droomt ervan zijn eigen Open een keer te winnen. Fantastisch dat het mij is gelukt. Ik hoop dat het niet bij één overwinning blijft.
Als je de beste golfer bent van je land, word je automatisch een ambassadeur voor de sport. Ik voel absoluut een verantwoordelijkheid om de golfsport in Nederland te promoten. Ik hoop dat ik mijn passie voor golf op anderen kan overbrengen, zeker ook op kinderen. Als ze zien hoe mooi en leuk ik de sport vind, worden kinderen misschien enthousiast en willen ze golf een keer proberen.
Op de European Tour heb ik inmiddels zes keer een hole-in-one gemaakt. Op de Canarische Eilanden maakte ik er in april 2021 zelfs twee in een week tijd. Een hole-in-one blijft je altijd bij en dat geldt zeker ook voor de twee keer dat ik een albatros maakte, in het Volvo Golf Champions in Durban en op Valderrama in Spanje. Twee slagen op een par-5, dat is heel lekker natuurlijk…
Ik was vroeger een heel iel ventje. Door hard te trainen in de sportschool ben ik een stuk sterker geworden. Die extra spiermassa is niet zozeer om verder te slaan, het gaat bij mij veel meer om het voorkomen van blessures. Profgolfer is een prachtig maar ook pittig leven, vooral het reizen is zwaar. Golfers zijn daarom steeds meer atleten geworden. Er zijn periodes in het jaar dat ik geen golfclub aanraak, maar aan fitness doe ik bijna iedere dag.
Ik hou van golf. Ook nu golf mijn beroep is, ben ik nog net zo gek van het spel als jaren geleden. Het mooie van golf is dat er alles in zit. Je moet mentaal en fysiek sterk zijn en het is een technische sport met veel verschillende facetten. Drives, ijzerslagen, pitchen, chippen, bunkerspel, putten, al die onderdelen moet je beheersen als je de top wilt halen. Golf verveelt nooit. Ik ben nu zo veel met golf bezig, dat ik eigenlijk nooit meer met vrienden speel. Dat gaat zeker weer gebeuren als ik ooit stop als pro. Lekker ontspannen golfen, dollen met mijn vrienden, dat lijkt me heerlijk.